Bemiddeling krijgt meer en meer een gepaste plaats in onze samenleving. Zowel in een familiale context (echtscheiding, nalatenschappen, …), als in een zakelijke context (onderwijs, bedrijven, …) wordt bemiddeling gezien als een valabel alternatief voor het oplossen van conflicten buiten de rechtbank. Specifiek daarvoor opgeleide bemiddelaars begeleiden partijen om te komen tot een oplossing die gedragen en ondersteund wordt door alle betrokkenen. De overheid van haar kant ondersteunt deze tendens met wetgevende initiatieven, waardoor bemiddeling ook verankerd is geraakt in ons recht.
Een bemiddelingstraject vraagt veel van mensen die erin stappen. Het is vaak moeilijk, onwennig en confronterend. Aan emoties, behoeften en belangen moet een plaats worden gegeven. Het is ook voortdurend werken aan de gemeenschappelijke overtuiging dat de toekomst gemakkelijker en waardevoller is, wanneer er tijd en energie wordt uitgetrokken om echt te communiceren over een geschil en om te komen tot een gezamenlijk gedragen oplossing. Het werkt versterkend te zien dat deze harde inspanning de meeste mensen erin doet slagen om in de bemiddeling mee te stappen en deze succesvol af te ronden.
Spijtig genoeg worden bemiddelaars soms pas bij een conflict betrokken wanneer de posities die partijen innemen al zijn verhard of wanneer alles al uit de hand is gelopen.
Friedrich Glasl beschrijft een conflict niet als een statisch gegeven, maar als een proces, een evolutie. De factoren die dit proces in gang zetten, beschrijft hij in een escalatieladder, die ingedeeld is in drie grote fases.
Wanneer de messen zijn geslepen, de harnassen al werden aangetrokken en partijen zich dus in de laatste fase, de vechtfase bevinden, is het essentieel dat een externe autoriteit (arbiter, rechter, ) tussenkomst en zijn of haar beslissing oplegt aan partijen. Dergelijk ver gevorderd conflict is een gemiste kans voor de betrokkenen in het geschil, om zelf tot een oplossing te komen waar iedereen zich in kan vinden. Bij een gedicteerde uitkomst door een externe derde zijn er immers steeds winners en verliezers.
Waarom de bemiddelaar dan niet vroeger betrekken? Waarom niet preventief gesprekken opstarten en laten begeleiden, volgens de bemiddelingsprincipes (volgen van een proces in fases, begeleiding door een onafhankelijke en onpartijdige derde – de meerzijdige bemiddelaar, vrijwilligheid en vertrouwelijkheid)? Waarom wachten totdat ‘samen de afgrond in’ de enigste oplossing lijkt te zijn? Voorkomen is immers beter dan genezen!
Dit brengt mij bij de definitie van bemiddeling. In het gerechtelijk wetboek is er sprake van ‘conflicterende partijen’ en in de binnenlandse en buitenlandse literatuur wordt de woorden ‘conflict’ of ‘geschil’ steeds opgenomen in de definitie. Eric Lancksweerdt voegt in zijn definitie van wat bemiddeling is het woord ‘potentieel’ (*) toe en biedt op die manier ruimte voor ‘preventieve bemiddeling’ of ‘contract bemiddeling’.
Zo blijkt het bespreken en het opstellen van een ouderschapsovereenkomst scheidende koppels een enorme houvast te bieden. Het feit dat er gezamenlijk naar de toekomst wordt gekeken en verscheidene scenario’s worden uitgerold, biedt partijen essentiële rust. Wanneer er zich in de toekomst een moeilijkheid zou voordoen, dan kunnen partijen terugvallen op hetgeen hierover werd besproken en vastgelegd. Ouders kunnen bijvoorbeeld terugvallen op de krijtlijnen die werden uitgeschreven over de studiekeuze van hun kinderen en de daaraan verbonden kosten.
Ook bij het begeleiden van emotionele aspecten die gepaard gaan bij de bespreking van een erfovereenkomst is een bemiddelaar de juiste persoon om de familie bij te staan. In deze erfovereenkomsten wordt door de ouders samen met en voor hun erfgenamen naar een evenwicht in de nalatenschap gezocht. Het geeft ouders en hun kinderen de mogelijkheid om toekomstige discussies en ruzies te vermijden. Het zal dan de taak van de notaris zijn om toe te zien op de strikte procedure en op het respecteren van de door de wet vormvoorwaarden.
In familiebedrijven worden broodnodige discussies vaak uitgesteld tot op het moment dat het echt pijn begint te doen en dat iedereen zijn (vecht-) positie heeft ingenomen. Vooraleer kinderen, kleinkinderen, schoonfamilie,… in het bedrijf komen werken, worden er beter duidelijke afspraken gemaakt over onder meer verloning, de invulling van de carrières in het bedrijf, het aandelenbezit, de leiding in het bedrijf, … . Dat wordt echter vaak gewoon vergeten! Een familiecharter in hierbij een uitstekend instrument dat toelaat om de spelregels van het bedrijf vast te leggen en te anticiperen op mogelijke problemen en/of conflicten. Het bediscussiëren en vastleggen van dergelijk charter is alvast een moment dat de familie doet nadenken over welke richting zij met het bedrijf uit wil gaan en wat ieders plaats in het bedrijf kan zijn. Indien de structuur of de grootte van het bedrijf erom vraagt, kan er ook worden gewerkt met een op maat gemaakte aandeelhoudersovereenkomst om de stabiliteit en de continuïteit van de onderneming te verzekeren.
Daarnaast kan preventief bemiddelen worden ingezet bij het aangaan van een huwelijkscontract, bij het afsluiten van een samenlevingsovereenkomst, bij het op poten zetten van een nieuw samengesteld gezin, maar ook bij het uitwerken van statuten in mede-eigendom en bij de opstart van een co-housing project.
Wil dit nu zeggen dat door het betrekken van een bemiddelaar in een contractfase of in een embryonale fase van het conflict, alle toekomstige conflicten van de baan zijn? Uiteraard niet! Wel is het meer dan waarschijnlijk dat de bemiddeling ervoor zorgt dat partijen geleerd hebben om op een meer betrokken wijze met elkaar te communiceren, wat hen opnieuw kan helpen in het zoeken naar een oplossing bij een nieuw conflict.
(*) Bemiddeling is een proces waarbij de betrokken partijen vrijwillig en op basis van hun wederzijdse belangen trachten elk tot een oplossing van hun (potentieel) conflict te komen door middel van besprekingen en onderhandelingen die door een onafhankelijke, onpartijdige derde (de bemiddelaar) worden begeleid.